Pontevedra, romaanse binnenstad

Pontevedra is sinds 1833, toen Galicië in vier provincies werd verdeeld, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Daarvoor was het tot halverwege de 17de eeuw een florerende handelsstad, wat terug te zien is in en rijkdom aan romaanse en gotische architectuur in het historisch centrum, waaronder de basiliek van Santa María en de resten van het klooster van Santo Domingo. Daarna brokkelde het economisch belang van de stad langzaam af.

Volgens een legende zou de stad rond 1200 v. C. zijn gesticht door Teukros, een held uit de Trojaanse Oorlog. Archeologisch onderzoek kan echter geen menselijke aanwezigheid van voor Romeinse tijd aantonen. De naam van de stad komt van het Latijn, 'Pons Vetus', en betekent oude brug.

Handelsrechten
In de Middeleeuwen gaf koning Ferdinand II van León (1137-1188) de stad speciale handelsrechten, waardoor Pontevedra een economische bloei doormaakte. Er werden o.a bruggen en wegen gebouwd. Hendrik IV van Castilië verleende de stad ca. drie eeuwen later het recht tot het houden van een 30-daagse markt. Deze vond plaats op de Plaza de la Herrería. Pontevedra werd daarna een van de belangrijkste steden van Galicië. Er wordt zelfs beweerd dat Columbus zijn eerste schip, de 'Santa Maria', er liet bouwen. Daar is echter geen enkel bewijs voor gevonden.

Tussen de 19de en de 20ste eeuw werd Pontevedra de basis van een nationalistische beweging, het 'Galeguismo', en werd daardoor cultureel van belang. In 1931 werd de 'Partido Galeguista' opgericht. Tijdens de dictatuur (1939-1975) was die verboden.

In de jaren 60 leefde de stad weer op dankzij de vestiging van industrie. Na de dictatuur en de overgang naar de democratie werden dankzij subsidies van de E.U. veel historische monumenten hersteld, waardoor de stad aantrekkelijk werd voor toeristen. Daarnaast opende de universiteit van Vigo er enkele dependances van zijn faculteiten.

Fietspaden
Ook wordt er in de stad geïnvesteerd in de fiets als vervoermiddel. Er bevinden zich afgescheiden fietspaden, die eventuele ongelukken voorkomen en in bijna het gehele centrum mag een auto slechts 30 km/u rijden.

Bezienswaardigheden
- De 'Barrio Alto', de oude binnenstad met smalle straten en door arcaden omsloten pleinen met kleurrijke winkeltjes, gezellige restaurants en bloemrijke 'patio's'.
- De 'Iglesia de San Francisco' (Sint Franciscus kerk) dateert uit de 13de eeuw en werd ooit gesticht door de dichter-admiraal Gómez Charino. Het staat aan het meest centrale plein van de stad, de 'Plaza de Orense'.
- De 'Basilica de Santa Maria la Mayor' (Grote Maria basiliek), gebouwd tussen 1520 en 1559. De platereske façade is vervaardigd door Corniellis de Holanda, een Hollandse of Vlaamse beeldhouwer die in de regio meerdere werken achterliet.
- Het 'Convento de Santo Domingo' (Sint Domenicus klooster) is nu een klein historisch museum met een collectie Galicische hoogkruizen.
- Het 'Museo Provincial' (Provinciaal Museum) geeft een goed beeld van de geschiedenis van de regio Galicië. Het museum is ondergebracht in een 18de eeuwse herenhuis aan de elegante 'Plaza de la Leña'.
- Het 'Museo del Arte Celta', museum van Keltische kunst.

Omgeving
Verder zijn er in de omgeving van de stad kleinere meer toeristische plaatsen als Sanxenxo, Cambados en O Grove. Combarro is een typisch vissersdorpje, wat zeker de moeite van een bezoek waard is. Het Nationaal park >>'Illas Atlanticas' maakt ook deel uit van de provincie Pontevedra, en is vanaf Vigo, Cangas, Bueu of Baiona met een ferry te bereiken.

De Portugese weg van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela loopt vanuit Portugal via Tui en Pontevedra tot aan Santiago de Compostela.